File:NL-HaNA 1.05.01.01 13 0001 Octrooi West Indische Compagnie 04.jpg

XIX.

Van welcke generaele Vergaderinge vande voors(eijde) Cameren alle saken, dese Compaignie / aengaende, verhandelt ende beslooten sullen worden. Welverstaende dat in saecken van / Oorloge opde genomen resolutie versocht sal worden onse approbatie.

XX.

D’voors(eijde) Generaele Vergaderinge bescreven sijnde, sal te saemen commen, om te resolveren / wanneer men sal equipperen, hoe veel Schepen men op elck quartier sal senden, de / Compaignie Int gemeen betreffende, sonder dat d’een off d’ander Camer yet sal / mogen aenrichten buyten de voors(eijde) gemeene resolutien, maer sullen gehouden zijn deselve / te effectueren, ende Int werck te stellen. Ende Indien eenige Camer bevonden werde / in gebreecke te sijn, de gemeene resolutien te achtervolgen, ofte te contravenieren, / hebben wij deselve Vergaderinge geauthoriseert, ende authoriseren by desen, om soodanich / gebreck, ende contraventie met den eersten te doen repareren, waerinne wy, des / versocht sijnde, haer sullen assisteren.

XXI.

Deselve generaele Vergaderinge sal gehouden worden, de eerste ses jaeren binnen de / Stadt van Amsterdam, ende twee jaeren daernae in Zeelandt, ende soo voorts van / tijde tot tijde in de voors(eijde) twee plaetsen.

XXII.

De Bewinthebberen die van wegen de Compaignie gecommitteert sijnde, van / huijs sullen reysen, t’sij opde voorseijde Vergaderinge ofte elders, sullen voor hare / teercosten ende dachgelden hebben vier gulden sdaechs, boven de schuijt, ende / wagenvrachten. Welverstaende dat die geene die vande eene Stadt naede andere / reysen, om die Cameren als Bewinthebbers, ende Regeerders te frequenteren, egeen / dachgelden ofte reyscosten en sullen ontfangen tot laste vande Compaignie.

XXIII.

Ende oft gebeurde dat in de voorseijde generaele Vergaderinge eenige wichtige saecken / voorvielen, daerinne sij nijet wel en conden verdragen, ofte dat sij selffs hun souden / mogen beswaert vinden om elckanderen te overstemmen. Dat tselve sal worden / gelaten tot onse decisie, ende tgene dienaengaende goetgevonden sal worden, sal / achtervolcht ende naegecommen worden.

XXIIII.

Ende sullen alle Ingesetenen deser Landen, ende oock van andere Landen, bij openbaere / affixien van billietten, binnen den tyt van een maent, naer date van desen t’affigeren, / gewaerschout worden, dat sij binnen den tyt van vyff maenden, Innegaende den / eersten july deses jaers XVI(hondert) eenentwintich (1 juli 1621), in dese Compaignie sullen worden / geadmitteert, ende dat sij hunne penningen, die sij sullen willen Inleggen, sullen / mogen opbrengen in drije termynen. Te weeten een derdepaert ter expiratie vande / voors(eijde) vijff maenden, ende d’ander twee derdepaerten op drie achtereenvolgende / jaeren. Ten waere de voors(eijde) generaele Vergaderinge bevonden datmen dese / termynen soude mogen verlengen, daervan de Participanten te vooren by affixie / van billetten sullen worden geadverteert.

XXV.

De Schepen vande reyse wedercommende sullen wederom aencommen ter plaetsse / daer sij affgeseylt sijn, ende off door fortuyne van weder, ende wint de Schepen / vant eene quartier uuytgeseylt, aenquamen in het ander, als die van Amsterdam / ofte vant Noorderquartier in Zeelandt ofte inde Maze, ofte die van Zeelandt in / Hollandt, ofte die van Vrieslandt, mitsgaders Stadt ende Landen in een ander quartier, / dat nijettemin elcke Camer de administratie ende bewint van haere uuytgesonden / Schepen, ende Coopmanschappen sal behouden, ende dat zij deselve sullen mogen versenden / ende vervoeren naede quartieren, daer de Schepen waren uuytgeseylt, tsij met deselve, / ofte andere Schepen. Mits dat de Bewinthebbers derselver Camer gehouden sullen sijn / haer selffs in persoon te laten vinden ter plaetse daar de Schepen, ofte goederen / aengecommen sijn, ende geene facteurs daerover sullen vermogen te stellen. Maer / Ingevalle haer selffs nijet gelegen en waere te reysen, dat sij alsdan de Bewinthebberen / vande Camer, daer de Schepen gearriveert sijn, totte administratie sullen / committeren.

XXVI.

Als d’een off d’ander Camer eenige Coopmanschappen ofte retouren uuyt die / quartieren binnen de voors(eijde) limiten begrepen, gecregen heeft, daervan dat d’ander / nyet is versien, sal gehouden wesen die Camer die ongeprovideert is, op haer / versoeck, naer gelegentheyt vande saecke, te provideren, ende t’goet te senden, en(de) / als sij uuijtvercoft sullen hebben, noch meer te senden, dat van gelycken de Bewint- / hebberen vande respective Cameren eenige persoonen tot de equippagien, ofte / anderssints uuyt andere Steden, daer Cameren ofte Bewinthebbers sijn, van noode / hebbende, daertoe de Bewinthebberen van dese Compaignie sullen moeten versoecken / ende employeren, sonder eenige Factoren daertoe te gebruycken.

XXVII.

Ende Indien eenige Provincien goet vinden eenen Agent te stellen, om die penningen / uuijt hare Ingesetenen te versaemelen, ende in masse in eenige Camer in te leggen, / ende vande uuytdeelinge betalinge te vorderen, Sal de Camer gehouden sijn alsulcken / Agent toe te laten acces Inde selve Camer, om aldaer geinformeert te werden / vanden Staet vanden uuytgeven, ende Incommen, uuijt ende Inschulden, behouden / dat de penningen bij sulcken Agent Ingebrocht, sullen bedragen vijfftich duysent guldens, / ende daerboven.

XXVIII.

De Bewinthebbers sullen vande uuytreyse, ende vande retouren, mitgaders vande / prinsen voor provisie genieten een ten hondert, ende van gout ende silver maer een halff / ten hondert, welcke provisie sal verdeelt werden, voorde Camer van Amsterdam vier / negende deelen. De Camer van Zeelandt twee negende deelen, vande Maze een / negende deel, vant Noorderquartier een negende deel. Ende van Vrieslandt, / mitsgaders Stadt ende Landen gelycke negenste deel.

XXIX.