File:MCC-41010 Rood kazuifel met passiescènes en wapen van familie Grauwert (2).tif

Nederlands: Het kazuifel in vioolvorm draagt op 19de-eeuws rood fluweel aan voor- en achterzijde borduurwerk in gaffelkruisvorm met elk drie taferelen uit de Passie. De baldakijnen boven deze taferelen zijn in renaissancestijl met schelpmotieven en acanthusvoluten, die in krullen eindigen. De boogzwikken zijn gevuld met mascarons, terwijl in de rondbogen op de kruisbalken de baluster wordt bekroond met een cherubijnenkopje. De baldakijnen steunen op bewerkte zuilen.

Op de achterkant van het kazuifel wordt centraal onder drie baldakijnen de Kruisiging op Golgotha afgebeeld. Het kruis met de gestorven Christus is opgericht tegen een gouden achtergrond. Links ervan staat Maria, gekleed in een gewaad, een over het hoofd gedrapeerde mantel en een kinnedoek. Ze staart treurend naar beneden, de handen in gebed gevouwen. Achter Maria, en haar ondersteunend, staat de evangelist Johannes. Hij ziet op naar de gekruisigde Christus. Achter hen nog twee vrouwen. Rechts omklemt een knielende Maria Magdalena het kruis. Ze is gekleed in een 16de eeuws gewaad met pofmouwen; om het hoofd draagt ze een linnen kapje met sierrand, dat bij de oren sluit in een rozetvormig ornament. Achter Magdalena een groepje disputerende Joden met tulbandachtige mutsen en gehelmde Romeinse soldaten met lansen. Voor het kruis op de grond staat de zalfpot, het attribuut van Magdalena, en liggen enkele beenderen en een schedel. In de verte is Jeruzalem zichtbaar. In het middelste baldakijn is een wapen aangebracht: doorsneden, 1 van goud, 2 van keel met drie Tudorrozen, geplaatst 2 en 1. Op de kruisbalk daaronder worden de Kruisafname en de Graflegging uitgebeeld. Bij de Kruisafname staat Jozef van Arimathea midden op een links van het kruis geplaatste trap. Hij ondersteunt het lichaam van Christus. Links van hem kalende Nicodemus in een lang gewaad. Rechts van het kruis knielt Maria, die de naar beneden hangende linkerhand van Christus vasthoudt. Ze wordt ondersteund door Johannes. Achter hen staat een groepje treurende vrouwen. Daaronder de graflegging. Het lichaam van Christus, gewikkeld in linnen, wordt door Jozef van Arimathea, knielend en half op de rug gezien, en Nicodemus in de graftombe gelegd. Rechts achter de tombe Maria's metgezellinnen, links Maria, die eerbiedig geknield Christus' rechterhand kust, terwijl Johannes haar ondersteunt.

Op de voorkant van het kazuifel wordt centraal de val van Christus tijdens de kruisdraging uitgebeeld. Rechts sleurt een op de rug geziene soldaat in wambuis en hozen en op het hoofd een tulband de onder de last van het kruis struikelende Christus voort. Aan zijn gordel hangen een hamer en een beugeltas. Links helpt Simon van Cyrene hem het achterstuk van het kruis te dragen. Achter Simon Johannes en Maria, de laatste heeft de handen biddend gevouwen. In de rechter kruisarm een bazuin blazende soldaat, die de stoet aanvoert. In de linker kruisarm twee ruiters, een met breedgerande baret, waaruit een veer steekt. In het middengedeelte achter het kruis zwaait een soldaat met een stok, een tweede heft in een woest gebaar de rechterhand. De scène speelt zich af in een begroeid landschap. Op de achtergrond Jeruzalem. In de kruisbalk daaronder worden de ondervraging van Christus door Pilatus en de Judaskus uitgebeeld. Rechts in profiel Pontius Pilatus, gezeten op een troon, gehuld in een kleed met bontkraag, een staf in de rechterhand. Op het hoofd draagt hij een baret. Links leiden drie soldaten, waarvan de meest rechtse beschuldigend naar Christus wijst, hun gevangene voor Pilatus. Het wasbekken staat op een voetstuk vóór Pilatus. De gebeurtenis speelt zich af in een overwelfde ruimte op een tegelvloer. Daaronder de Judaskus. Christus rijst in het centrum op uit een tumultueuze groep. Links van hem heft Petrus het zwaard om de achterovervallende Malchus het oor af te houwen. Rechts van Christus een geharnaste soldaat met op het hoofd een baret met pluimen, die hem bij de arm grijpt. Achter hen een groep soldaten met fakkels, hellebaarden en spiesen.

Techniek: de renaissance-omlijstingen zijn van tweedraads gelegd gouddraad, gehecht met zijde. De achtergrond, de licht opgehoogde baldakijnen en de luchtpartijen zijn van gelegd en met zijde gehecht gouddraad. Het merendeel van de gewaden en de mantels, zijn uitgevoerd in de lazuurtechniek. De mantel van Johannes, de kindoek van Maria, de lendedoek van Christus en de mutsen en kragen der Joden zijn van floszijde in ingrijpsteek, evenals de tunieken van enkele soldaten. Het tegelvloertje in Pilatus' paleis is van gelegde en met gouddraad gehechte zijde. De lichaamspartijen zijn van floszijde in ingrijpsteek, de haren veelal in kettingsteek. De voorstellingen zijn ingelijst met een band gelegd en gehecht gouddraad, opgehoogd in ruitmotief.

Staat: het borduurwerk aan de voorkant van het kazuifel heeft door het gebruik veel te lijden gehad. In het tafereel met de Kruisdraging was vooral in de Christusfiguur het gouddraad losgeraakt en de zijden kern versleten. Ook op het middelste tafereel op de kazuifelbalk aan de voorkant, waren vooral in het baldakijn en het interiergedeelte veel losse gouddraden. Deze werden tijdens een conservering in 1987 weer vastgezet (Wijsbek/Rood, Uithoorn, verslag hangmap). Het tafereel met de Judaskus is aan de onderkant versneden.