File:Sinne- en minne-beelden; Selfstryt; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt; Galathea of Herderskalsgt; Klagende maegden - en andere mengelrymen (1779) (14562440959).jpg

Identifier: sinneenminnebeel00cats (find matches)
Title: Sinne- en minne-beelden ; Selfstryt ; Tooneel der mannelyke agtbaarheydt ; Galathea of Herderskalsgt ; Klagende maegden : en andere mengelrymen
Year: 1779 (1770s)
Authors: Cats, Jacob, 1577-1660
Subjects: Emblems
Publisher: Te Leyden : By Hendrik van der Deyster
Contributing Library: Getty Research Institute
Digitizing Sponsor: Sloan Foundation

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
menfchen, in de werelt te woelen, ter-ftont kleven hem de omfwevende gebreken van andereaen t lyf, en wordt door de lelve ( gelyk door een fnel-loopende riviere) wechgeruk. Bit in de Jloorm üan ijcellust fwemt^ Al is /yn geest al wat getemt^ Of Jcboon by op zyn zaken let^ Werdt van eens anders viiyl be/mst, E 3 L-t 70 J. C A T S Laet ons hier tcgens ernflelyk ftryden, en naervolgende riviere Alpheus ( die midden door de Sicilifche zee,fonder üch met de felve te vermengen,haren loop neemt)laet ons midden in de ydelheden van de werelt, trachtenmet de felve niet gemeens te hebben, en zyn gelyk ver-fche vislchen in zoute wateren. De llralen van de fonnefchynen wel op der aerden, maer blyven gelykevvel ge-hecht aen het lichaem van t welke fy nederdalen, t Warete wenfchen dat wy met de menfchelyke dingen befichzynde, ons niet dieper daerinen Heten, ofte wy en ble-ven wel vast gehecht aen onfen oorfpronk, t welk is Godt.Die ons daer toe fyn genade verleene. FAC SAPIAS, ET LIBER ERIS.XXIV.
Text Appearing After Image:
Waer bier verjiant^ daer loaer geen bant,Oy Brechje fpeelt de beest. MOy Brechje fpeelt de beest, en Fop laet met hemgekken, (trekken, kEn kan (foo roept de vent) myn hert niet van haer Sy Sinne- en Minne • Bedden. 71 Sy is vol enkel geest, vol alle mooy getast, Dies ben ik aen myn lief met llale ketens vast.Maer feg eens, lieve Fop, en hebje noyt gevonden,Een nar, die met een fhroo was aen een pael gebonden, EvL die noch efterftont als met een boey aen t been ? Gy zyt (al weetj et niet) van dele gekken een. Der dwafen bant^ is onverftant. W^ At is er menig menfch in onfen tydt te vinden^^ Die aen een enkel ftroo fich plag te laten binden.Wat is er menig menfch die wat een ander doetHoudt voor een ftalen bant die niemant breken moet.Soo plag het domme vee met ongewisfe fchredenOok op een quaden weg een ander na te treden.Gy, leeft gelyk een menfch, dat is na wyfenract,Doet na de reden eyfcht, niet ibode werelt gaet. E En ingebeelde groot-achtinge van de gewoonte desvolks, is als een

Note About Images